Je bent wat je er zelf van maakt.

Archief voor april, 2013

Liefde is…

Bruidstaart

Fotografie: Christiaan de Groot
Taart: Derk van Veen en Tamara Vreeburg

Op dit moment ben ik op een punt in mijn leven, waarop er veel beslissingen gemaakt moeten worden. Beslissingen die mijn leven kunnen veranderen: samenwonen, misschien trouwen (of gevraagd worden in mijn geval; ik mag Derk niet vragen), een ander huis kopen en zoals Jochem Meijer het mooi beschrijft: klapperende eierstokken. Dit bracht me bij een gedachtegang over wat maakt of breekt dat je ‘eeuwig’ bij elkaar blijft of niet.

Iedereen kent de gedachte dat als je single bent, je een partner wilt en als je een partner hebt, dat je weer ‘eens vrij’ wil zijn. Relaties zijn interessante observatieobjecten. Ik kijk er vanuit mijn eigen standpunt naar, dus niet als psycholoog. Dat ben ik niet.

Om me heen groeien mensen naar elkaar toe en soms weer uit elkaar, zetten vrienden een punt achter hun relatie, struinen ze de wereld af naar lekkere hapjes of zijn ze tien jaar of meer bij elkaar. Af en toe trouwen er een paar, of wonen gezellig samen, om de haverklap worden er kinderen geboren en er worden agenda’s gevuld met internetdates…

Ik blijf het fascinerend vinden dat mensen elkaar ´vinden´. Ik werd getriggerd door het reclamefilmpje van Pepper. Hierin zie je twee mensen elkaar in steeds een andere setting tegenkomen. Bizar dat je je partner hebt gevonden in deze drukke maatschappij. Frustrerend als je diegene nog niet hebt gevonden. Wanneer je vraagt: “Waar hebben jullie elkaar ontmoet?”, krijg je meestal de meest fantastische verhalen. Er zit vrijwel altijd een grappig aspect aan het verhaal; botsingen, per ongeluk bij de verkeerde deur aangebeld, gered door, een andere tent in gelopen, zomaar gekoppeld, of zoals in mijn geval: tijdens onze middelbare school tijd reageerde Derk geshockeerd over een stuk belegd stokbrood dat ik niet meer op kon in de pauze en dus weggooide. Mensen die Derk kennen, snappen dit. Deze verhalen zijn over het algemeen altijd de moeite waard om te vertellen tijdens een huwelijksvoltrekking.

Niemand weet wat de toekomst brengt voor een relatie. Wat vandaag een perfecte relatie lijkt, kan er volgende week heel anders uit zien. Vele variabelen kun je niet sturen: gezondheid is er eentje. Iedereen kan plotseling ziek worden, wat drastische gevolgen kan hebben voor een relatie. Alleen achterblijven, de stress niet kunnen opbrengen, het contact ergens anders zoeken in moeilijke tijden, persoonlijke veranderingen door de ziekte, aan moeten passen, dromen die in duigen vallen. Ik heb het allemaal gezien om me heen…

Ook het geval ‘het gras is altijd groener…’ ben ik wel tegengekomen in mijn omgeving. Soms bleek dat gras ook groener en sappiger en wordt daar nu elke dag met veel plezier op gespeeld. Soms bleek het gras een dorre woestijn, waar niets te halen viel, behalve een diepe teleurstelling. Toch kan dat gras bijzonder aantrekkelijk zijn, véél aantrekkelijker dan het gras in je eigen tuin. Onweerstaanbaar en vooral heel hoog gras, waardoor het zicht je letterlijk wordt ontnomen. Blind van liefde.

Bovenstaande voorbeelden zijn extremen. Volgens mij ontstaan de meeste breuken toch door subtielere, slepende zaken. Hoe werkt dat uit elkaar groeien? Komt dat doordat je onvoldoende samen deelt wat je bindt? “We ‘nemen’ wel kinderen, want daar worden we vast als stel gelukkiger van.” Nee. Er moet toch een andere bindende factor zijn. De échte ik-heb-kriebels-in-mijn-buik-liefde vervaagt na een relatie van bijna 11 jaar. Wat maakt dan dat we dan toch bij elkaar blijven? Een natuurlijk gevoel van trouw? De drang om je te binden? Gezelligheid? Praten en gezelligheid vind ik namelijk ook bij vrienden.

Voor mij is het belangrijk in een relatie dat ik mezelf kan zijn. Dat ik kan genieten van de dingen die ik leuk vind. Daarnaast kan ik er ook van genieten als Derk in zijn element is met iets, vaak hard nadenkend over iets interessants of een nieuw speeltje voor zijn fiets installerend. Volgens mij geniet je extra als je iets gemeen hebt waar je van geniet. Dit weekend heb ik bijvoorbeeld mijn eerste racefiets gekocht. Derk fietst al heel lang. We trokken direct bij thuiskomst onze fietskleding aan om vervolgens een rondje rijden. In de avondzon fietsten we al kletsend 30 kilometer rond. Elke keer als ik opzij keek, zag ik daar Derk genietend en glimlachend op zijn fiets zitten. “Waarom lach je de hele tijd zo?”, vroeg ik. “Ik vind het leuk dat jij het fietsen ook leuk vindt,” was zijn antwoord. Later vroeg ik er nog een keer naar. Waarom vindt hij het nou fijn dat ik het fietsen ook leuk vind? Hij gaf aan dat het fijn is om begrip te krijgen voor wat hij leuk vindt. Voorheen vond ik het fietsen maar tijdrovend en was het saai thuis als hij vaak ging fietsen.  Nu kan ik mee! “Vooral vind ik het leuk om jou te zien genieten.” We steken elkaar dus aan met blije gevoelens. Ik ben blij dat hij blij is en andersom.

Het klopt inderdaad wel. Wanneer ik bezig ben met een van mijn vele hobby’s, zoals fotograferen, krijg ik de ruimte en geniet ik met volle teugen. Ik kan mezelf zijn, ook wanneer hij die interesse niet deelt, maar wel op dezelfde plek is. Het maken van (bruids)taarten doen we samen; we zijn op elkaar ingespeeld, genieten van het proces en kunnen trots zijn op iets dat we samen hebben gemaakt. We ontvangen ook samen de complimenten. Trots naar elkaar kijken, maakt dubbeltrots.

Derk en ik zijn toch heel erg verschillend; hij een bèta en ik meer een alfa, hij lang en ik kort, hij competitief sportief en ik sociaal sportief, hij analytisch en ik sociaal vaardiger. Geldt dan weer ‘tegenpolen trekken elkaar aan?’ Bij ons vullen die verschillen elkaar aan. Hij daagt mij uit op bepaalde gebieden. Zo had ik bijvoorbeeld nooit durven denken dat ik twaalf meter naar beneden durf te springen. Of dat ik zou gaan klimmen waarbij ik met enig gemak hoogtes van 70 meter overbrug. Of dat ik ooit een racefiets zou kopen…

Door extremer van je eigen zelfbeeld af te gaan, kom je uiteindelijk meer ‘in het midden’ uit. Als iemand je uitdaagt extreem over je eigen grens heen te gaan, kun je daarna zelf beter beschrijven tot welk level iets bij je past. Ruim tien jaar geleden dacht ik van mezelf dat ik gewoon niet weggelegd ben voor sportieve dingen. Het type waarschijnlijk-word-ik-toch-als-laatste-gekozen-bij-gym. Als je je hiernaar gedraagt, word je dat type dus ook. Als je nooit het andere uiterste probeert, blijf je wie je bent. Als je daar tevreden mee bent, is dat prima. Ik was niet tevreden met wie ik was. Ik had ‘een Derk’ nodig. Derk had blijkbaar ‘een Tamara’ nodig.

Wat iemand nou beweegt om zich aangetrokken te voelen tot de ander, weet ik niet. Ik denk wel zeker te weten dat communicatie een van de belangrijkste aspecten binnen een relatie is. Dit geldt ook voor vriendschappelijke relaties. Alles draait om verwachtingen en gedrag. Als je verwachtingen niet uitspreekt, interpreteer je het gedrag van de ander misschien verkeerd of anders. Iemand wees mij een keer op het theoriemodel van psycholoog David McClelland: de ijsbergtheorie. Het idee erachter is, dat het gedrag van je partner waarneembaar is, maar de normen en waarden, de drijfveren en behoeftes niet; je ziet alleen het topje van de ijsberg. Als je op de hoogte bent van de behoeftes van iemand , begrijp je zijn/haar gedrag ook beter. Als iemand veel behoefte heeft aan structuur en voorspelbaarheid, begrijp je beter dat die persoon geïrriteerd raakt wanneer een situatie chaotisch en onoverzichtelijk is. Wanneer die behoefte niet bekend is, denk je misschien: “Doe eens even relax, joh, er is niets aan de hand.” Het gedrag van die persoon, lokt ook weer bepaald gedrag bij jou uit, want jij hebt ook weer je eigen drijfveren en behoeftes.

2013-04-08 IJsberg

Ik heb geleerd om, zonder dat ik direct reageer op het gedrag van de ander, eerst te proberen de reden van dat gedrag te achterhalen, zeker in extremer gedrag (boos worden, weglopen, zeuren, intimideren, etc.). Iemand wordt in beweging gezet, om bepaald gedrag te laten zien. Ook is het goed om bewust te zijn van het feit dat anderen jouw normen en waarden ook niet kennen. Daar heb je hem weer: communiceer! Praat erover. Er is niets interessanter dan gesprekken te voeren over wat je belangrijk vindt en hoe je bent opgevoed. Wat had je anders willen doen? Waarvoor heb je waardering gekregen in de loop der jaren? Wat wil je doorgeven aan je kinderen? Wat vooral niet?

Als je niet communiceert over jezelf, de ander, dan heb je alleen het topje van de ijsberg. Best zonde, als je nu weet dat er nog zoveel meer blijkt te zijn om te weten van elkaar. Je dacht je prins op het witte paard te hebben, blijkt het een koning met een enorme stal witte paarden!

Denk er eens over na. Het is de moeite waard. Doe het niet als je van plan was om die ene internetdate gewoon de onderzijde van je laken te laten zien. Zonde van de tijd.

Tamara

De foto van de bruidstaart is gemaakt door Christiaan de Groot. Voor meer van zijn mooie werk, ga naar http://www.mooibelichttrouwreportages.nl/.

Van de hoed en de rand

Blauw druifje

Deze week was ik trots. Trots op mezelf. Trots zijn is eigenlijk niet echt makkelijk, merk ik vaak. Oprecht vinden dat je iets goed hebt gedaan.

Trots was ik deze week op mijn werk, op een van de kinderen die ik die woensdag uitbehandelde. Na een hele intensieve periode samen te hebben gewerkt, was ik twee avonden de laatste behandeling aan het voorbereiden. Ze verdiende een mooie laatste behandeling, een beloning voor het harde werken. We vulden en versierden een taart. Het is dat ik geen kers had om erop te doen… Ook was ik trots op mezelf, omdat ik deze week tijdens een huisbezoek een gezin op weg hielp in de wirwar van voorzieningen en huisaanpassingen. De dankbaarheid in de ogen van de moeder sprak boekdelen. Ik liep blozend de deur weer uit. Wat voelde dat goed!

Ook thuis was ik trots. Complimenten kreeg ik, omdat ik zo zakelijk kan zijn als het moet. Ik houd van rechtvaardigheid. En krijg die dan ook, zeker als het om materialistische zaken gaat, zoals het prutsen met een rekening van een autogarage. Met die zakelijke kant, krijg ik veel voor elkaar. Deze kant is goed te combineren met mijn emotionele kant, mijn gevoelige kant. Stiekem best wel een gouden combinatie.

Trots heeft ook te maken met waardering. Als je iets moois doet, waar je misschien zelf trots op bent, is het enigszins logisch dat je er waardering voor krijgt. Met Derk had ik het hier van de week over. Hij zit in de commerciële sector en bij goede prestaties, krijg je loonsverhoging. Klinkt best logisch; hoe meer je je best doet, hoe meer je verdient. In de zorg, ligt dit even anders, tenminste dat denk ik. Ik vroeg, en vraag, me af hoe het hier eigenlijk werkt. Binnen deze setting is het namelijk niet zo dat je, als je meer doet, je hiervoor gewaardeerd wordt. Het wordt wel gewaardeerd dat je het uitvoert, alleen voor jezelf zit er weinig extra’s in. De werkdruk ligt behoorlijk hoog, net voldoende om je structurele rooster te draaien. Projecten genoeg, vaak uit enthousiasme wordt het naar een hoger level getild. Meer succes, meer werk, niet meer waardering. Waar kan die waardering voor je werk uit bestaan? Geldelijke waardering natuurlijk. Maar dat is niet mogelijk of gebruikelijk. Maar moet je genoegen nemen met de geïnteresseerde gezichten tijdens je presentatie? Of met de positieve gesprekken over het geleverde werk? Wat ik me steeds afvraag: waar ligt de grens van de investeringen (eigen middelen en eigen tijd) en een grotere waardering voor je werk.

Uit ervaring weet ik dat je uit enthousiasme (groene pet, lees verderop in mijn blog) gemakkelijk over je eigen ‘edge’ gaat. Als je dit steeds blijft doen, wordt het gewoon dat je veel eigen tijd investeert in je werk. Die cirkel heb ik doorbroken en worstel nu met de vraag: waar ligt de grens en tot hoe ver ga ik? Hoe zakelijk kan en mag ik zijn? Ik ben er nog niet uit.

Thuis is het gemakkelijker om waardering te ontvangen als je iets extra’s doet. Voor mij is de knuffel als ik extra lekker gekookt heb genoeg. Of de grote glimlach als ik alvast heb getankt als hij nog weg moet. Of de kus als hij iets liefs op zijn kussen vindt. Ik vind het maf, dat het dan veel gemakkelijker is. Waarom voldoet het op het werk dan niet? Ik bedoel hiermee niet dat mijn leidinggevende knuffels moet gaan geven…

Even iets luchtigs na deze gedachtekronkel:

We denken de hele dag. Wat we vanavond gaan eten en of hier nog boodschappen voor nodig zijn. Of dat je dat ene bedrijf nog moet bellen of die brief nog moet posten. Dit is achtergronddenken. Mijn bovenstaande verhaal komt voort uit bewust denken. Bewust denken gaat niet meer over routinehandelingen en is bedoeld om meer te presteren dan alleen maar dingen te doen, aldus De Bono.

Tijdens een meeting van het Knowledge Broker netwerk, kregen we een presentatie over creatief denken. De Bono heeft een interessant programma ontwikkeld, namelijk het CoRT-programma (Cognitive Research Trust). Kort samengevat leert het je denken, niet door ergens simpelweg op te reageren, maar door een landkaartje te maken van de situatie en lateraal te denken. Er zijn verschillende manieren om dit te leren, maar ik zal er een toelichten. Een klein kijkje in wat ik probeer toe te passen in mijn denkwerk. Niet zo eenvoudig, maar wel erg leuk!

Volgens de Bono kun je denkhoedjes opzetten bij situaties. Hiermee vorm je je lateraal denken, oftewel creatief denken.

Lateraal denken is gebaseerd op het opnieuw (anders) ordenen van de bestaande informatie om zodoende nieuwe informatie te laten ontstaan. (…) Een probleem kent vaak een begin en een eindsituatie. Het denkproces is het proces van het vinden van een weg van het begin naar de eindsituatie. Normaal is de mens geneigd om een zo recht mogelijke lijn te volgen van begin naar einde via bekende wegen. Als ergens in deze lijn een onmogelijkheid of een schijnbare onmogelijkheid zit, gooien veel mensen de hele oplossing weg om een nieuwe te zoeken. Iemand die lateraal denkt gaat verder met de ingeslagen weg met de gedachte van “Stel dat het wel mogelijk zou zijn”. Hierdoor ontstaat een middel om verder te kijken dan die positie waar het schijnbaar onmogelijk leek. Dit kan leiden tot geheel nieuwe inzichten. (Wikipedia)

De Bono beschreef de volgende hoedjes:

  • De witte denkhoed: Maagdelijk wit denken, in de vorm van feiten, cijfers en informatie.
  • De rode denkhoed: Een ‘rood waas’ voor de ogen, in de vorm van emoties en gevoelsoordelen, alsmede vermoedens en ingevingen (intuïtie).
  • De zwarte denkhoed: De ‘advocaat van de duivel’, negatieve beoordeling; waarom iets ‘niet’ zal functioneren.
  • De gele denkhoed: Zonneschijn, helderheid en optimisme: positieve beoordeling, constructieve bijdragen, opsporen van kansen (opportunisme).
  • De groene denkhoed: Vruchtbaarheid: creativiteit, zaden die ontkiemen en tot wasdom komen, beweging, provocatie.
  • De blauwe denkhoed: Afstandelijkheid en controle: de dirigent van het denken, denken over denken.

(Bron: Zes denkende hoofddeksels, Edward de Bono en de Wikipedia van de Bono)

Hieronder zie je een voorbeeld van een denkmap volgens bovenstaande methode. Kom je komende weken een situatie tegen, waar je even de tijd voor kunt nemen, probeer dan eens onderstaande denkmap te maken. Er komen soms echt geweldige dingen naar boven, waar je eigenlijk niet aan hebt gedacht. Het kan mensen die altijd een zwarte hoed op hebben, ruimdenkender maken en mensen die altijd overpositief zijn, meer kritisch leren denken. Zie hier mijn map van waardering krijgen.

2013-04-01 PMI Waardering

Uiteindelijk verbreedde het mijn idee over het onderwerp waardering krijgen voor je werk. Wat het me opleverde: de positieve kanten (gele hoedje) waren veel gemakkelijker te bedenken. Uiteindelijk komt het er voor mij op neer, dat het naar je zin hebben op je werk, het allerbelangrijkste is. Voor mij is een dik salaris niet zo heel belangrijk. Ook gaf het me de informatie dat ik me vooral stoor aan de onduidelijkheid hoe eventuele waarderingen te verdienen zijn. Gevoelsmatig, daar heb je de oppositie van mijn zakelijke kant weer, is dit voor mij niet fijn. Tot slot: wat ga ik er mee doen? Ik ga eerst eens uitzoeken wat er feitelijk op papier staat over waarderingen. Als ik die informatie heb, kan ik er ook op een zakelijke manier meer verder.

Als je het interessant genoeg vindt, raad ik je het boekje Zes denkende hoofddeksels van Edward de Bono aan voor meer achtergrond. Lenen mag ook.

Mijn brein is moe. Moe van het denken. Ik ben benieuwd wat jullie hiervan vonden. Ik merkte wel op, dat mijn gedachten en blogs nogal uiteenlopen. Als iemand een modelletje kent om dit te structureren?

Tamara